Rasgroep 5

Spitsen en oertypes

De Spitsen komen voornamelijk uit Scandinavië en Duitsland. Hieronder zijn ze weer verdeeld in de groepen Poolhonden, Noorse honden en Keesachtigen.

De Poolhonden hebben een dikke, wollen vacht. Ze hebben een spitse neus en spitse oren. Deze honden kunnen onder hele koude omstandigheden leven en helpen mee op de boerderijen en gaan mee op jacht. Hun taken vroeger waren jagen op zeehonden en ijsberen en het werken als sledehond. Ze moeten veel met elkaar samenwerken en zijn vredelievende honden. Het zijn gezonde honden die niet doorgefokt zijn en nog veel op hun voorouders lijken. Daarom hebben ze wat meer moeite om zich aan te passen in de maatschappij van nu

De Noorse honden zijn te verdelen in veehouders en jachthonden. De jachthonden zijn sterkontwikkeld in jachtinstinct en werken goed zelfstandig. De veehoeders zijn zachtaardig en zijn socialer dan de jachthonden

Keesachtigen komen van verschillende plaatsen van de wereld. Ze hechten zich veel aan hun baas en gezin en zijn erg sociaal. Ondanks dat ze sociaal zijn, zijn het echte waakhonden. Zodra ze onraad voelen laten ze het de baas gelijk weten

De oertypes zijn de oudste rassen wat in de geschiedenis te vinden is. Zo werd de Pharaohond al op tekeningen gevonden bij de Egytenaren. Kleine hondjes dienden als gezelschapshondjes en om de voeten warm te houden van de baasjes. Andere oertypen hielpen mee met de jacht