Beaucheron

Herkomst en fokdoel: De Beauceron die we nu kennen stamt af van de honden die in de 19e eeuw in gebruik waren bij de boeren en buitenlui in de streek ten zuiden van Parijs. De oorsprong ligt in het hoeden en bewaken van de schapen en andere veekuddes. De huidige Beauceron beschikt nog steeds over de eigenschappen die daarvoor nodig zijn. Onder de juiste omstandigheden kan de Beauceron ook een geschikte gezinshond zijn.

De Beauceron is een forse en goed gebouwde herdershond. Maar ook verrassend lichtvoetig, atletisch en beweegt gemakkelijk. Door zijn verschijning dwingt hij veelal respect af. Aan de achterpoten hebben ze dubbele Hubertusklauwen.

Soort vacht: Glad op de kop, kort, dik, stevig en het ligt dicht tegen het lichaam aan, 3 tot 4 cm lang. De ondervacht is kort, fijn, dicht en donzig en zeer gesloten. Daardoor is de dekvacht niet zichtbaar.

Karakter: Ze zijn braaf, onverschrokken en fijngevoelig met een nadrukkelijke behoefte aan contact met zijn baas. Een Beauceron opvoeden kan de eerste anderhalf tot twee jaar erg veel tijd en energie kosten. Benader een Beauceron zorgvuldig en consequent, met een zeer vaste maar nooit harde hand.

Soort energie: Hoog

Wandelen: Regelmatig bewegen is belangrijk

Trainen: Geschikt voor diverse actieve sporten zoals waterwerk en canicross (hardlopen met de baas)

Leefomgeving: Ze hebben behoefte aan een baas die ze gehoorzamen, maar kunnen ook goed zelf initiatief nemen en kan zelfstandig op situaties reageren. Dit moet je zeker niet bestraffen

Gewicht: Tussen de 30 en 50 kilo en kunnen 61 tot 70 cm hoog worden

Levensverwachting: 10-12 jaar

Kleur: Zwart met brand (zwart met roestbruine aftekeningen): Arlequin (blauw gevlekt met roestbruine aftekeningen): Grijs, zwart met brand, de vacht is in gelijke delen grijs en zwart. Een flauwe witte vlek op de voorborst is toegestaan.

Alle Franse herders hebben 2 'wolfsklauwen' aan hun achterpoten