Franse Buldog

Rasgroep: Gezelschapshond Rasgroep 9

Gefokt voor: De Fransen zeggen van niet, maar ze zijn eigenlijk in Engeland gefokt. Dit ras is een maatje kleiner van de Engelse Bulldog. In het begin zijn ze gefokt met Franse Terriërs. De Engelsen waren eigenlijk niet echt blij met de naam Bulldog, want dat was bij hun een symbool voor de Engelse cultuur en Bulldog is oorspronkelijk een Engels ras. Maar ondanks dat werden ze toch eind de 18e eeuw geregistreerd als een eigen ras in Engeland. Qua uiterlijk lijken ze veel op de Bulldoggen, maar hun looptempo is een stuk sneller. Waarschijnlijk is hij ooit gefokt met een Mopshond en een Belgische Griffon. Doordat het een Bulldog is kan hij niet met alle honden opschieten (denk maar aan hondengevechten), maar is het een hele goede huishond. Iets wat heel typisch is voor dit ras is dat ze ‘snurken’. Dat komt door de korte snuit en dat ze dan niet genoeg lucht binnen krijgen. Ze kunnen goed springen en lang wandelen. Het is absoluut geen jager en houdt rennen ook niet heel lang vol. Met een leeftijd van 1,5 tot 2 jaar is hij pas volgroeid. Eerst hangen de oren, dan gaan ze staan en dan gaan ze weer hangen. Als de oren ooit hebben gestaan, dan zullen ze als ze volgroeid zijn weer gaan staan. Deze honden hebben veel kalk en vitamine nodig in hun voer, want het moet om het lichaam kunnen dragen

Soort vacht: Korthaar dat vrij dik is, glanzend en zacht. Ze zijn regelmatig in de rui, maar je hoeft ze niet naar een trimmer brengen, tenzij je van het haar af wilt. Dan wordt de hond geschoren, maar dat is niet aan te raden. Als ze in de rui zijn dan verharen ze gemiddeld

Karakter: Ze zijn lief en verdraagzaam voor kinderen. Het is beter voor oudere kinderen. Hij is vrolijk, speels en aanhankelijk. Ze worden jaloers als iets of iemand anders aandacht krijgt. Hij is leergierig, gevoelig, aanhankelijk, gezellig, gezond en betrouwbaar

Soort energie: Medium en heeft een kalme aard. Hij past in elk gezin en kleine kinderen niet altijd

Wandelen: Ze houden van heel veel lopen en kunnen uren lang spelen in de tuin, in het park enz.

Trainen: Ze kunnen best koppig zijn en doen waar ze zelf zin in hebben. Je hebt veel geduld nodig. Ze hebben een vaste hand nodig maar je moet ze rustig opvoeden en dat voorkomt dat ze zenuwachtig worden en ongehoorzaam zullen zijn

Leefomgeving: Niet te warm. Ze kunnen snel een zonnesteek oplopen en het benauwd krijgen door de hitte. Ze houden ook niet van te koud weer. Ze kunnen in een flat leven. Ze kunnen ook niet tegen vochtig weer door hun massa en hun ademhalingssysteem

Gewicht: 9 tot 13 kg. Ze kunnen te dik worden en dat kan te zwaar zijn voor de poten

Levensverwachting: 10 tot 14 jaar. Ze hebben vaak problemen bij de luchtwegen, ogen, rug enz.

Bijzonderheden: Ze kunnen niet tegen ruw spelen. Dus als er een kind aan het spelen is met de hond, dan moet je wel altijd het dier en het kind in de gaten houden. Ze mogen de hondjes niet optillen. Ze lijken lichter dan ze zijn en zeker bij kleine kinderen. Dit ras kan meestal niet zelf bevallen. Er is bijna altijd wel een keizersnee nodig. Vaak moeten de teven op dieet. De ideale fokteef is wat fors en heeft een vrij lang lichaam. Een ideale fokreu is vierkant, klein en kort

Kleur: Fawn, bont (wit met gestroomde platen) en gestroomd. Je hebt ze ook met veel zwart en een beetje wit. Dat mag gestroomd zijn

Maak jouw eigen website met JouwWeb