Labrador Retriever
Rasgroep: Jachthond, Hulphond, Speurhond en Reddingshond. Retriever, Spaniël en Waterhond, rasgroep 7
Gefokt voor: Ze komen uit Newfoundland. Maar omdat er al een ras was die zo heette (ook een goede zwemmer) werden ze vernoemd naar de zee waar ze veel in zwommen. De Labrador zee. Ze zijn gefokt om veel werk te leveren door het jagen met de jagers. Ze jagen onder het schot. De jager schiet een prooi (meestal in het water) neer en de Labrador moet het dier gaan halen en naar de jager toe brengen
Soort vacht: Vrij dikke vacht en ondervacht. Zo blijven ze warm tijdens het zwemmen. Als hij heeft gezwommen en daarna zich uitschud, dan is hij al bijna helemaal weer droog
Karakter: Hij is heel erg lief en kan goed omgaan met mensen. Hij is erg gericht op mensen en wil graag leren. Zijn hobby’s zijn mensen, eten en zwemmen. Ze hebben een hele sterke staart. Die gebruiken ze in het water als roer. Hierdoor kunnen ze sneller zwemmen. Ook hebben ze een soort van flippers tussen de tenen zitten. Zo kunnen ze zich makkelijk afzetten en makkelijker zwemmen. Ze zijn leergierig en je kan ze makkelijk veel commando’s leren. Hij is erg geschikt als speurhond en blindengeleidehond, maar ook voor hondensporten zoals agility. Ze zijn erg sociaal met mensen en andere honden
Soort energie: Hoog. Houd ze veel bezig en neem ze veel mee. Het beste kan je hem een baan geven
Wandelen: Veel ruimte nodig om te kunnen jagen, rennen en spelen en wil ook echt lang buiten zijn. Het weer maakt hen niet uit. Ook al vriest het heel hard. Zelfs in het koudste water willen ze springen
Trainen: Erg leergierig en hij is ook slim. Je kan hem gemakkelijk nieuwe commando’s aanleren. Deze hond leert makkelijk en het is een goede eerste hond. Je hoeft niet een hele goede trainer te zijn. De puppies zijn erg goed in bijten. Als je dat van jongs af aan niet afleert zal hij het later ook doen en hard!
Leefomgeving: Hij kan overal wel leven. Maar niet te warm. Een flat is niet aan te raden
Gewicht: Je hebt verschillende Labradors. De een is groot en de ander is wat kleiner en erg stevig gebouwd. Dat is het verschil tussen een echte werkhond die ook uit die lijn komt en een huishond. Het gewicht ligt bij de reu tussen de 27 tot 32 kg en de teef tussen de 25 tot 32 kg
Levensverwachting: 12 tot 13 jaar. Maar ouder is ook makkelijk mogelijk. Jammer genoeg komen bij deze honden ook een hoop problemen voor. Zoals diabetes, epilepsie, gewrichtproblemen, oogproblemen. Ze worden ook snel te zwaar, omdat ze maar blijven eten. Het lijkt alsof ze altijd hongerig zijn, terwijl ze allang al vol zitten. En als je ze eten blijft geven dan kunnen ze zich letterlijk dood eten. Ze stoppen niet. Let dus ook goed op wat je wel en niet op tafel zet. Soms eten ze plastic als daar eten in zit of iets anders
Bijzonderheden: Je kan alle 3 de kleuren in een nest hebben. En ze hebben een ‘zachte bek’. Ze kunnen een ei meenemen in hun bek zonder dat de schil breekt of dat het kapot gaat
Kleur: Zwart, chocolade bruin, blond, zo licht blond (crème) dat hij bijna wit is en een heel stuk donkerder (vossenrood). Het donkerste is een mooie gouden kleur. In Nederland komen ze ook wel voor in het grijs
Blond
Foxred
Bruin
Zwart
Showlijn
Werkhonden
Maak jouw eigen website met JouwWeb