Rasgroep: Gezelschapshond, Jachthond, en Terriër, rasgroep 3

Gefokt voor: Het werk wat ze vroeger moesten doen was ratten zoeken in gangen. Als je ze eruit moest trekken, dan kon je bij de staartaanzet de hond eruit trekken. Ze hebben een hele goede neus. Ze komen uit Schotland, en hun taak was om boerderijen, erven enz. te ruimen van ongedierte. Ze gingen veel mee op jacht en moesten onder de grond jagen in tunnels. Soms was de hond net iets te groot om er weer uit te komen. Op dat moment ging hij blaffen, en wist de jager precies waar hij zat. Op dat punt begon de jager te scheppen. Daarom werd er een hele sterke staart erin gefokt, zodat ze bij de staart aanzet de hondjes zo uit een hol konden trekken.

In het begin werkten ze met de Cairn Terriër, en daar werd wel eens hun hond aangezien voor een vos. En om dat te voorkomen, was Malcolm de beginner van het fokken van de witte Cairn Terriës. In de nesten van Cairn Terriërs zouden er wel eens witte puppies tussen zitten. De mensen dachten dat die puppies juist zwak zouden zijn en doodden die puppies. Er waren een aantal fokkers die juist wel met de witte puppies gingen fokken en haalden al die witte puppies uit de nesten van de Cairn Terriërs vandaan. Bij hun was juist de regel dat alleen de witte puppies goed waren. In de Schotse bergen was het bijna onmogelijk om daar te komen en dat is de plek waar deze hondjes werkten. Deze hondjes werden steeds sterker en zo werden ze steeds bekender. Een tijd later werden de witte Terriërs gekruist met Sealyham Terriërs. Zo werden het dus lange hondjes die laag bij de grond stonden. Later werden ze terug gefokt en nu moeten ze een zwarte neus, voetzolen en gehemelte hebben. Vroeger mocht je ze nog kruisen met de Cairn Terriër, maar dat mag nu niet meer

Soort vacht: Ze hebben een dubbele vacht. De bovenvacht heeft hele dikke haren die ongeveer 5 cm lang zijn, en er mag geen krul in zitten. De ondervacht lijkt op bont en is kort, zacht en dicht. Dit is een ras die je goed kan plukken. Dit moet je zelf, of bij een trimmer minimaal 4 keer per jaar doen

Karakter: Het zijn hele actieve honden en zijn liever bezig, dan dat ze bij je op schoot liggen. Ze zijn niet snel bang, hebben lef, alert, vrolijk, moedig, zelfbewust, maar wel vriendelijk en grappig

Soort energie: Hoog. Ze willen graag wat te doen hebben. Jagen, spelen, wandelen maakt niet uit

Wandelen: Ze houden van een aardig stukje lopen. Maar veel spelen en trainen kan ook

Trainen: Het is niet verstandig om deze hond als eerste hond te nemen. Je bent wel even zoet en je moet goed weten wat je van de hond wilt

Leefomgeving: Ze kunnen wel in een flat, maar het zijn geen schoothondjes. Ze houden van warm, maar overleven de kou ook makkelijk door hun warme vacht. Maar let wel op dat ze niet te veel in de zon komen, want omdat ze wit zijn kunnen ze de topjes van hun oren verbranden. Met kinderen kunnen ze goed en als je ze van jongs af aan goed socialiseert kunnen ze ook met andere honden

Gewicht: 7 tot 8 kg voor de reuen en de teven. Ze worden makkelijk te dik, dus let daarop

Levensverwachting: 13 tot 15 jaar en kan hartafwijkingen hebben, huid- en maag allegieën

Kleur: Ze komen alleen in het wit voor en hebben zwarte voetzolen, lippen, neus en gehemelte