Herkomst en fokdoel: hij is gebruikt voor het hoeden van schapen. Dat deed hij in het westen van Engeland, in de Schotse bergen en ook in het lage land. De kortharige moesten de schapen naar de markt drijven. Rond 1861 kwam de Schotse collie in de mode en zag je ze wat meer. Daardoor werden ze meer huishond dan echte werkhond. Het was een hond die je op heel veel boerderijen zag en er werden veel verhalen over ze verteld, waarin zij de helden waren. De hond moest een lange, smalle kop hebben waardoor de Barsoi erin is gefokt. Daarna raakte hij een beetje uit de mode. Je kan hem de Schotse herder noemen of gewoon de collie. De langhaar is bekender door Lassie en zie je ook meer dan de korthaar

Soort vacht: kort en lift dicht tegen elkaar. De bovenvacht heeft een harde structuur en heeft een dikke ondervacht. Hij hoeft niet te worden getrimd of geknipt. Af en toe borstelen is genoeg

Karakter: vrolijk, vriendelijk, lief voor kinderen, actief en nooit nerveus of agressief

Soort energie: hoog. Maar de huishonden kunnen ook een medium energie niveau hebben

Wandelen: veel wandelen en vooral loslopen. Hij wil graag een baan hebben en bezig zijn

Trainen: ze zijn makkelijk te trainen, erg intelligent want zo zien ze er ook uit

Leefomgeving: Ze kunnen goed bij kinderen en willen die ook graag beschermen. Maar als je ze geen uitdaging geeft, dan kan het zijn dat ze alles willen hoeden en vaak zitten kinderen daar ook bij. Ze kunnen in warme en koude klimaten leven en willen graag minimaal een tuin hebben

Gewicht: 23 tot 34 kg

Levensverwachting: 13 tot 15 jaar en het is een gezond ras, maar hij is wel gevoelig voor de ziektes die veel grote honden hebben

Kleur: sabel, tri-colour en blue merle