Sint Bernard

Rasgroep: Berghond, Pinscher, Schnauzer, Molosser en Zwitserse Sennenhond Rasgroep 2

Gefokt voor: Waarschijnlijk heeft hij dezelfde voor geschiedenis als de Zwitserse Sennenhonden. Hij moest mensen gaan redden die bijvoorbeeld na een sneeuwstorm onder de sneeuw terecht zijn gekomen. Meters onder de sneeuw kunnen ze iemand nog ruiken. Het is een reddingshond die ook tijdens het zoeken constant zijn neus gebruikt. Hij heeft hele grote, sterke poten waarmee hij diep kan graven. Dus een schep heb je niet echt nodig. Ze hebben grote hanglippen, en daardoor kwijlen ze heel erg veel. Eigenlijk moet je de hele tijd met een handdoek achter hem aanlopen. Waarschijnlijk is komt hij van de Zwitserse Alpen. Ze hebben een hele grote gave. Ze weten wanneer heel veel sneeuw naar beneden komt vallen en kunnen dan de mensen ook opsporen. Het zijn echte helden. Deze honden hebben rond de 2000 mensen gered. En die kleine ton om de nek is maar een fabeltje. Het hoort eigenlijk helemaal niet bij het ras en hebben het echt nooit gebruikt. In plaats daarvan, droegen ze rugzakken met water en eten. Ze zijn niet heel erg actief, maar als je de werkhonden hebt, dan zijn ze heel anders. De langharige Sint Bernard was er het eerst. Ze zijn gekruist met de Newfoundlander, en vandaar dat ze die middel lange vacht hebben. Maar de eerste voorouders waren waarschijnlijk de Doggen. Tot de dag van vandaag zijn het absoluut honden met lef. Het weer maakt hun helemaal niks uit. Al moeten ze door de koude sneeuw en ijs. Hun hele warme vacht beschermt ze daarvoor. De puppies groeien erg snel. Helaas hebben ze veel erfelijke ziektes, en moet je wel goed rekening houden met hoge rekeningen bij de dierenarts. Ze zijn geweldige huishonden. Waarschijnlijk komt dat van de Newfoundlander. Die is het beste ras met kinderen. De Sint Bernard kan in elk gezin. De leeftijd van de kinderen maakt niet uit

Soort vacht: Je hebt ze met een middellange vacht en de kortharige vacht. De korthaar heeft een bovenvacht die dicht is, glad, vlak aanliggend en hard. De ondervacht is wild. Ze hebben een lichte broek, en de staart is mooi dicht. De middellange heeft recht dekhaar met meer dan genoeg ondervacht. Het haar op de oren en het gezicht zijn kort. Het haar over de heupen en kruis zijn een beetje golvend. Ze hebben een hele volle staart, lange broek en de voorbenen zijn bevederd. Ze ruien 2 keer per jaar en dat is niet echt een pretje. Er vallen heel veel en grote plukken uit. De vacht maakt veel olie aan en daarom wil je ze natuurlijk zo min mogelijk wassen. Hooguit 2 keer per jaar

Karakter: Vriendelijke reus die rustig en waakzaam is. Hij is rustig en gedraagt zich goed

Soort energie: Medium. Het is een rustige hond en is een echte goedzak. Spelen vindt hij wel leuk

Wandelen: Je hoeft niet heel erg lang te lopen met hem. Hooguit 2 uur op een dag is goed

Trainen: Ze vinden het leuk om bezig te zijn, maar je moet van jongs af aan trainen. Ze kunnen vervelend zijn en hun eigen zin doordrijven. Ook moet je veel geduld met deze honden hebben. Maar als je duidelijk de leider bent, luisteren ze echt wel naar je. Alleen het aanleren kan even duren

Leefomgeving: Ze leven het liefst in koud weer ze hebben echt de ruimte nodig. Een flat is dan ook niet echt handig. Ze willen graag kunnen spelen en breeduit kunnen liggen

Gewicht: Het gewicht kan oplopen tot wel 100 kg! Hij is een van de zwaarste rassen van de Doggen

Levensverwachting: 10 tot 12 jaar. Ze hebben veel erfelijke ziektes. Zoals hart- en spierproblemen

Kleur: De onderkleur is altijd wit. Ze hebben dan roodbruine vlekken op heel het lichaam. Ook mogen ze een grote vlek op de rug hebben. Ze hebben een zwart masker en zwart op de rug mag

Maak jouw eigen website met JouwWeb