Rasgroep: Herder en veedrijver rasgroep 1

Gefokt voor: Ze komen uit Nederland. Je ziet ze niet zo veel, maar hebben vroeger wel langs de dijken en duinen gelopen volgens schilderijen. Ook in Brabant en andere provincies hebben de Herders de schapen gedreven en waren er volop Hollandse Herders. Hij hoort bij de hoedende Herders. Ze moesten een soort hekken spelen, zodat de schapen niet van het verkeerde gras zouden eten. Hij is nu goed als werkhond, voor de politie en thuis

Soort vacht: Ze komen voor in langhaar, ruwhaar en gladhaar. Het karakter blijft hetzelfde. Alleen de kleuren verschillen

Korthaar: Over het hele lichaam vrij harde, niet te korte beharing en wollig onderhaar. Vooral bij de kraag, broek en de staart. Deze vachtsoort komt het meeste voor

Ruwhaar: dichte, warrige, harde beharing over het hele lichaam. Boven- en onderlip veel haar

Langhaar: over het hele lichaam lang haar, niet golvend, recht, voelt grof aan en wollig onderhaar. Hoofd, oren voeten, achterbenen beneden het spronggewricht kort en dicht haar

Karakter: Gehoorzaam en volgzaam, aanhankelijk, waaks, heel trouw, betrouwbaar, eist heel weinig, groot uithoudingsvermogen, steeds oplettend, actief, en heeft een echte Herdershonden aard. Dit is het ras dat echt voor je wil werken, en waarbij je veilig bent. Als je hem goed traint is het een hele fijne hond

Soort energie: Hoog. Hondensport is ideaal voor deze hond. Agility, flyball enz. Of een taak of een baan

Wandelen: Ze hebben veel energie. Ze moeten een baan hebben, anders gaan ze zich vervelen en kan het een vervelende hond worden. Ook veel met ze lopen en rennen. De energie moet eruit

Trainen: Het zijn hele slimme honden en leren snel. Je kan ze ook veel dingen leren

Leefomgeving: Ze kunnen makkelijk buiten in een kennel leven. Ook in de winter. Liever niet in een flat maar een huis met een tuin en warm weer kan ook makkelijk. Ze zijn heel goed en zacht met kinderen

Gewicht: Het gewicht van de reu ligt gemiddeld op 28 kg en dat van de teef 23 kg

Levensverwachting: 13 tot 15 jaar. Heupdysplasie komt regelmatig voor bij dit ras

Bijzonderheden: In Nederland zie je ze niet zo veel meer. In het buitenland worden ze steeds bekender. In Nederland zijn nog maar 1500 kortharige, 600 langhaar en 400 ruwhaar. Vroeger zijn ze veel gekruist met Mechelse Herders. Tegenwoordig zit er nog regelmatig een Mechelse Herder pup in een Hollandse Herder nest, ook al zijn de ouders allebei Hollandse Herders

Kleur: De langhaar en de korthaar zijn helemaal goud (goud gestroomd) of zilver (zilver gestroomd) en dan gestroomd over het hele lichaam. Er mogen niet te veel zwarte dekharen zijn. Het liefst hebben ze een zwart masker. De ruwhaar is blauwgrijs, peper en zout kleur, zilver en goud gestroomd. Doordat de vacht ruwharig is zie je niet goed dat het is gestroomd. Sommige Hollandse Herders ook bijna helemaal zwart. Dat zijn meestal de langharige