Schnauzer

Rasgroep: Pinscher, Schnauzer, Molosser, Berghond en Sennenhond, rasgroep 2

Gefokt voor: Ze komen uit Duitsland. Ze moesten jagen op muizen en ratten. De grotere maten zijn voor waakhond en verdedigingshond. In Zuid-Duitsland werden ze gehouden als huisdier. Ooit werd deze hond een ruwharige Pinscher genoemd. De middenslag wordt gewoon Schnauzer genoemd. Hij werd gebruikt als stalhond, want hij kon goed opschieten met paarden. Hij werd Rattler genoemd omdat als je een rat zag en je even niet keek, dat hij het al gedood had. In 1900 ontstond er rond Frankfurt een kleinere Schnauzer en werd daar nog een Ruwhaar Dwergpinscher genoemd. Het bleek best moeilijk te zijn om het karakter, bouw, soort vacht enz. hetzelfde te hebben als de Schnauzer. Een grotere maat is de Riesenschnauzer. Oorspronkelijk werd hij gebruikt als veedrijver. Hij had hoge prestaties en goede eigenschappen. In 1913 werd hij erkend als een ras en in 1925 was hij officieel een diensthond. Van de 3 slagen zie je de Riesenschnauzer niet zo veel. Dat komt omdat hij het meest zichzelf is gebleven. Hij is tot de dag van vandaag nog steeds een hele goede werkhond, houd ervan om buiten te zijn en is een goede waakhond

Soort vacht: Ze hebben een draadachtige, harde vacht dat heel erg dicht is. Het onderwol is dicht en de dekharen mogen nooit te kort zijn en het moet heel goed tegen het lichaam aan liggen. Het dekhaar hoort ruw te zijn, vrij lang, ruig en mag een beetje golvend zijn. De haren bij de poten van de hond zijn niet altijd zo hard. Op de kop en de oren is het haar kort, en de baard moet wel vrij hard te zijn. De wenkbrauwen zijn borstelachtig en het moet een beetje over de ogen heen vallen. 2 keer per jaar laten trimmen en dan worden de dekharen geplukt. Dan heb je niet zo veel last van haren die overal door het huis zwerven. Hoe vaker ze worden geplukt, hoe minder haren je vindt

Karakter: Alle 3 blijven het Schnauzers. Dus het karakter lijkt wel veel op elkaar. Ze zijn actief, waaks, intelligent en genieten van aandacht. Het is een levendig beestje die eigenzinnig en soms ook wel koppig is. Hij laat zich niet omkopen aan het gezin, is onvermoeibaar en is ook trouw aan het gezin. Hij heeft in geval van nood vecht eigenschappen en is niet snel af te leiden. De Riesenschnauzer is een perfecte hond voor een ervaren eigenaar. Het is een intelligente, vrolijke en aanhankelijke vriend. De Schnauzer is een hond voor een actief gezin met kinderen. Maar hij is ook heel goed voor een gezin zonder kinderen. Ook geldt dit voor de Dwergschnauzer, die eigenlijk wel de meest bekende hond is van de 3

Soort energie: Hoog. Het zijn actieve honden die altijd wel op zoek zijn naar een uitdaging

Wandelen: Het zijn actieve honden en laat ze hard rennen. Vroeger moesten ze natuurlijk jagen op ongedierte, en dat kost ook energie. Ook spelen en rennen in de tuin doet ze goed en lang wandelen

Trainen: Je moet goed je grenzen kennen en heel consequent zijn. Ze zijn niet een van de makkelijkste honden met trainen. Ze leren snel, maar willen er snel iets anders van maken. Ga niet te lang door met hetzelfde en wissel de commando’s af. Beloon ze door te spelen

Leefomgeving: Door hun ruwe vacht kunnen ze bijna overal leven. Ook in een flat als je ze maar genoeg lichaamsbeweging geeft. Ook zijn het goede honden met kinderen

Gewicht: Dwergschnauzer: tussen de 8 tot 10 kg. Ze zijn klein en niet zwaar gebouwd

Schnauzer: het gewicht ligt tussen de 15 tot 20 kg en hebben een mooi maatje

Riesenschnauzer: het gewicht ligt tussen de 35 en 45 kg en zijn best hoog

Levensverwachting: 14 tot 16 jaar. Probleem dat er niet genoeg bloed stroomt naar de lever. Begint al van jongs af aan. Hart-, bloedvaten- en oogproblemen komen ook voor

Kleur: Volledig zwart met zwart onderwol en de Dwergschnauzer zwart en zilver en helemaal wit met wit onderwol. Allemaal komen ze voor in peper en zout

Dwerg Schnauzer

Riesenschnauzer (de grootste)

Maak jouw eigen website met JouwWeb